Spring naar inhoud

24 april 2015

2

K van Komitas

Door De documentalist

Vandaag is het 100 jaar geleden dat op 24 april 1915 de massamoorden begonnen op de Armeense bevolking in Turkije. Meer dan een miljoen Armeense burgers verloren door deze genocide het leven tussen 1915 en 1923 in het Ottomaanse rijk. In de documentaire film Aghet wordt deze eerste genocide uit de moderne geschiedenis nog eens in herinnering gebracht. Aghet betekent catastrofe in het Armeens, maar tot op vandaag blijft de Turkse overheid ontkennen dat het hier om een volkerenmoord ging. De Britse journalist Robert Fisk wees al meerdere keren op de pogingen van de Turkse overheid om deze Armeense holocaust zo weinig mogelijk aandacht te geven. Een andere documentaire is Le Génocide Arménien, een film uit 2005 van Laurence Jourdan. Twenty Voices is ook een documentaire over de Armeense genocide van Araz Artinian. Grandma’s Tattoos is een andere ingrijpende film die de herinneringen oproept aan deze volkerenmoord. Op bevel van de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken, Talat Pasha, begon op 24 april 1915 de deportatie van de Armeense bevolking uit Turkije. Onder erbarmelijke omstandigheden moesten de Armeense burgers een tocht ondernemen naar het huidige Syrië waar zij in concentratiekampen werden ondergebracht. Ontelbaren zouden deze dodenmarsen niet overleven. Onder hen bevonden zich ook vele Armeense intellectuelen. Eén van de overlevenden was de Armeense priester en componist Komitas Vardapet.

Komitas (1869-1935) was een pionier op het gebied van de etnomusicologie. Nog vóór de Hongaarse componisten Béla Bartók en Zoltán Kodály die met hun veldwerk voor transcripties van de Oost-Europese volksmuziek zouden zorgen, had Komitas al aan het eind van de 19e eeuw duizenden volksliederen opgetekend in het grensgebied van Armenië, Georgië en Turkije. Toen Komitas op 24 april 1915 werd gedeporteerd, betekende dat het einde van zijn levenswerk als componist, die voor het behoud en de vernieuwing van de Armeense muziektraditie had geijverd. Komitas was getuige van de wreedheden waarmee de Turkse politie en het leger optraden tegen de Armeense gevangenen. Door de tussenkomst van o.m. de Amerikaanse ambassadeur Henry Morgenthau kon Komitas terugkeren naar Instanbul. Maar hij zou nooit meer herstellen van de gruwel die hij had gezien en toen hij steeds meer gebukt ging onder een zware depressie, werd hij in 1919 overgebracht naar de psychiatrische kliniek Villejuif in Parijs. Er bestaat nog steeds betwisting of Komitas aan schizofrenie leed, maar het is zeker dat hij nooit meer heeft gecomponeerd en nauwelijks nog heeft gesproken tot zijn dood in 1935.

Op 24 april 2003 werd in de Parijse Jardin d’Erevan een standbeeld onthuld van Komitas als herdenkingsmonument voor de slachtoffers van de Armeense genocide.

Op 31 oktober 1991 werd het leven en werk Komitas uitvoerig besproken in de acht urenlange Armeense Muziekdag van De Wandelende Tak in het muziekprogramma van de VPRO op Radio 4. Daarin kwam de toen 82-jarige professor Robert Ataian van het Komitas-Conservatorium in Jerevan aan het woord en waren ook opnamen te horen van Komitas, wiens zang in 1912 en 1914 door Orfeon en Columbia op 78-toerenplaten werd uitgegeven.


Luister hier naar het uur over Komitas in de Armeense Muziekdag van 31 oktober 1991 en herhaald in De Wandelende Tak van 18 augustus 2007.

 

In 2005 schreef Midden-Oosten correspondent Robert Fisk een essay over de massamoord op de Armeniërs, die door hem de Eerste Holocaust werd genoemd. De Turken verkiezen de eufemistische term Armeense Kwestie en willen de vervolging van de Armeniërs geen genocide noemen. Wie dat wel doet in Turkije kan in de problemen komen, zoals de Turkse Nobelprijswinnaar Orhan Pamuk die voor een rechtbank moest verschijnen omdat hij een voorstander is van een debat over deze kwestie. Erger was natuurlijk de moord op de Turkse journalist van Armeense afkomst, Hrant Dink die op straat werd vermoord door een 17-jarige Turkse nationalist.

In december 2011 kwam het tot een ruzie tussen Turkije en Frankrijk, omdat in het Franse parlement een wet werd goedgekeurd die het ontkennen van de Armeense genocide strafbaar stelt. Over die ruzie schreef Robert Fisk een artikel in The Independent waarin hij liet weten dat meer Turken dan vermoed, de Armeense genocide helemaal niet ontkennen.

In 2008 zag het er even naar uit dat er toenadering zou komen tussen Turkije en Armenië. Aanleiding was de voetbalwedstrijd die op zaterdag 6 september 2008 werd gespeeld in de Armeense hoofdstad Jerevan tussen Armenië en Turkije in het kader van de kwalificatie voor het wereldkampioenschap in 2010. De Turkse president Abdullah Gül was ingegaan op de uitnodiging van de Armeense president Serge Sarkisian om de wedstrijd bij te wonen en de ontmoeting werd gezien als een mogelijke verzoening tussen beide landen, waarvan de grens gesloten is sinds 1993.

Vandaag is er van een toenadering tussen Armenië en Turkije nog nauwelijks sprake, nu de gemeenteraad van de grensstad Kars heeft besloten om het gigantische vredesmonument af te breken dat de verbroedering tussen beide landen moest bevorderen. De afbraak gebeurt met de goedkeuring van premier Erdogan die het monument monsterlijk heeft genoemd omdat het islamitische heiligdommen overschaduwt.

Het Monument van de Menselijkheid werd in 2006 gemaakt door de Turkse beeldhouwer Mehmet Aksoy, maar werd nooit helemaal voltooid. Tegen de afbraak werd door Turkse kunstenaars geprotesteerd, maar zonder succes. Erger nog, op 18 april 2011 werd de bekende kunstenaar Bedri Baykam neergestoken die mee had gedemonstreerd tegen de afbraak van het vredesmonument. Dat alles staat is schril contrast met de oproep van de toenmalige burgemeester van Kars in 2000 die had gepleit voor een herstel van de  handelsbetrekkingen tussen Turkije en Armenië.


Luister hier naar De Wandelende Tak van 6 september 2008 met Heiko Jessayan n.a.v. de voetbalwedstrijd Armenië-Turkije.

 

In dit programma werden nog eens de belangrijkste peilers van de Armeense muziek toegelicht. Naast de orthodoxe Armeense liturgie, bestaat een groot deel van de Armeense muziek uit andouni, liederen over ballingschap, waarin de duduk, of de Armeense dubbelrietfluit een belangrijke rol speelt. De duduk is het nationale instrument van Armenië, en wereldwijd vermaard geworden door de buitenlandse optredens van de virtuoos Djivan Gasparian.

Een voorbeeld van een andouni is het lied Mijn hart is als een huis in puin.

Mijn hart is als een huis in puin,
de balken zijn gebroken
de stenen zijn verbrijzeld,
en wilde vogels bouwen een nest
in wat eens mijn huis was.
Wat mij rest, is mijzelf in de onstuimige rivier werpen,
om zodoende als visaas dienst te doen.
O, wat een arm kind ben ik zonder huis (andouni).

Sociologisch werd het woord andouni ook gebruikt als naam voor de rondtrekkende – en dus thuisloze – troubadours. Een speciale betekenis kreeg het woord na de genocide van 1915, waarin overlevenden, met name kinderen, thuisloos en verdwaasd, door de Syrische woestijn ronddoolden. Meer in het algemeen wordt met de andouni de Armeniërs bedoeld die in de diaspora leven.

Als resultaat van een rondreis in Armenië, werd op 31 oktober 1991 Berg in Ballingschap uitgezonden door De Wandelende Tak. De titel verwees naar de berg Ararat die voor de Armeniërs een mythische betekenis heeft en voor hen onbereikbaar is omdat die op Turks grondgebied ligt. Dit acht urenlange overzicht van de Armeense muziek werd samengesteld door Heiko Jessayan, Joanka Prakken en Walter Slosse.


Het eerste uur – Hayastan, land van Ararat.

De geschiedenis van Armenië en een overzicht van de muziek die in de Armeense muziekdag was te horen.


Het tweede uur – Christus in Armenië.

Een uur liturgische muziek. Armenië was de eerste christelijke natie ter wereld. In 301 maakte koning Tiridates III het christendom tot staatsgodsdienst.


Het derde uur – Strijd door de Eeuwen.

Altijd werd het voortbestaan van deze natie bedreigd. Maar daarmee werd tegelijk ook voeding gegeven aan het zelfbewustzijn van het Armeense volk.


Het vierde uur – De Ashough en de Gusan.

De liederen van deze troubadours gaan veelal over liefde en verdriet. Maar ook de andouni, liederen over ballingschap, zijn terugkerende thema’s.


Het vijfde uur – Komitas, Bartok avant-la-lettre.

Aandacht voor het onschatbare levenswerk van de Armeense priester en musicoloog Komitas (1869-1935) die aan het einde van de 19e eeuw duizenden volksliederen optekende.


Het zesde uur – Het Komitas Conservatorium.

In de Armeense hoofdstad Jerevan wordt aan het Komitas Conservatorium volks- en troubadoursmuziek gedoceerd.


Het zevende uur – De Straten van Jerevan.

Opnamen van een volksmuziekfestival in Jerevan, met o.m. de groep Van.


Het achtste uur – Berg in Ballingschap.

Zowel binnen als buiten Armenië neemt de culturele vervlakking toe, en dreigt de authentieke muziektraditie verloren te gaan.


Al vele jaren geeft de wereldberoemde zanger en acteur Charles Aznavour steun aan de Armeense bevolking. In 1988, na de aardbeving in Armenië met 25000 doden, richtte hij het steunfonds Aznavour for Armenia op. Hij was een kind van Armeense immigranten die na de genocide naar Frankrijk waren gevlucht. In 2009 werd Charles Aznavour Armeens ambassadeur in Zwitserland en bij de Verenigde Naties. Onlangs deed hij nog een oproep om de door Turkije betwiste Armeense genocide te erkennen.

 

2 reacties Post a comment
  1. Wat een verschrikking… Ik wist dit niet!!!

    Beantwoorden
  2. Martijn R.
    apr 3 2016

    Mooi dat de opnamen van deze indrukwekkende muziekdag bewaard zijn gebleven en toegankelijk zijn. De opnamen die ik (indertijd op geluidsband) maakte zijn niet meer beschikbaar.
    Jammer dat dit soort muzikale evenementen niet meer op de publieke radio te vinden zijn.

    Beantwoorden

Plaats een reactie

Note: HTML is allowed. Your email address will never be published.

Abonneer op reacties