Spring naar inhoud

7 maart 2011

Q van Qayna

Door De documentalist

In de door mannen overheerste Arabische muziekwereld zijn er slechts weinig vrouwen die een prominente rol hebben vervuld in het verleden. De alom geprezen Egyptische diva Umm Kulthum moest haar carrière in mannenkleren beginnen en ook vandaag blijft het voor een Arabische vrouw nog steeds moeilijk om een plaats te veroveren in de kunstwereld. Nochtans waren het vrouwen die in de 7e eeuw voor de ontwikkeling van de Arabische kunstmuziek hebben gezorgd. De qayna of zangslavin, was een belangrijke figuur in de Arabische muziekgeschiedenis.

De qayna was de zangslavin die in de pre-islamitische tijd deel uitmaakte van de karavaan van kooplui die in iedere stad op het Arabische schiereiland hun tenten opzetten om wijn te verhandelen en waarbij de qayna allerlei gedichten zong om het publiek te vermaken. Een qayna kon ook in dienst staan van een rijke koopman om optredens te verzorgen. Na het ontstaan van de islam in de 7e eeuw werden veel zangslavinnen uit de veroverde gebieden van Byzantium en het Perzische rijk als oorlogsbuit meegenomen naar de Arabische wereld. Deze zangslavinnen namen hun eigen muziekcultuur en instrumenten mee en gingen optreden bij de rijke elite van Medina en Mekka. Daardoor kreeg de Arabische muziek een nieuwe impuls en maakte de qayna een soort van wereldmuziek avant-la-lettre.

In 2005 zorgden drie Brusselaars van Marokkaanse afkomst voor het muziekproject Qayna dat gebaseerd was op de rijke traditie van poëzie en zang van de zangslavinnen uit de pre-islamitische tijd en de eeuwen daarna. Abid Bahri, Samir Bendimered en Addi Yahya maakten een reconstructie van de poezië van bedoeïenendichters, waarvoor nieuwe muziek werd bedacht. Er werd gespeeld op westerse instrumenten zoals viool, cello en dwarsfluit, maar evengoed op een Japanse bamboefluit (shakuhachi) of Arabische luit (ud). De muziek werd een mengvorm van zowel klassieke Arabische muziek als Mauretaanse ritmes als Indiase raga’s. De zang werd vertolkt door Laïla Amezian, Naziha Meftah en Anissa Rouas, die ook dansten tijdens de voorstellingen van de groep Qayna.

Helaas zou het noodlot toeslaan en een voortijdig einde maken aan de groep Qayna, toen in 2007 artistiek directeur Addi Yahya schielijk overleed in Brussel. Van het korte bestaan van de groep Qayna blijft de CD Envol voor een getuigenis zorgen, met een voorwoord van de Marokkaanse schrijver en dichter Tahar Ben Jelloun.

Quel bel hommage a la femme que ce bouquet de poésie, de musique et de chant. Addi et Abid ont été loin dans le temps pour faire revenir sur scène les belles et superbes voix des Qayna, femmes séductrices, servantes, femmes de l’élégance, du rythme et de l’évocation.

De qayna was immers niet alleen een zangeres, maar zij zorgde voor een compleet spektakel. Aangekleed met mooie gewaden en juwelen, wist zij een sfeer van verleiding op te roepen. Typisch voor de poezie uit de pre-islamitische tijd zijn de qasida’s of odes waarin het leven van de bedoeïenen wordt weerspiegeld. Vaak gaat het om een dichter die zijn geliefde achterna holt die met haar stam verder is gereisd. Het thema van de onbereikbare geliefde, dat telkens terugkeert in de universele poëzie.

In juni 2006 stelde arabiste Anne van Oostrum samen met Walter Slosse een serie samen over Arabische Diva’s, die werd uitgezonden in het VPRO-programma De Wandelende Tak. In de eerste aflevering over Qayna, kwam ook de betreurde Addi Yahya aan het woord.

Wij hielden ons al een tijdje bezig met de positie van de vrouw in de Arabische muziek, en wij ontdekten dat de qayna’s eigenlijk de eerste vertolksters waren van de Arabische zang en zelfs de basis hebben gelegd van de Arabische muziek. Een historisch feit dat zelfs niet eens bekend is in de Arabische wereld zelf. De figuur van de zangslavin is ook later blijven bestaan, ten tijde van de Ommayaden en Abbasieden, en later in Andalusië aan de hoven van de Spaanse kaliefen.

Luister hier naar Qayna, de aflevering van De Wandelende Tak van 5 juni 2006, die werd herhaald op 6 juni 2009:

Een voorbeeld van poëzie uit de 7e eeuw is het gedicht Tirhab. Daarin wordt de dikke patrijs bezongen, schoonheidsideaal van de Arabische vrouw.

Als je ’s avonds bij ons op bezoek komt
Dan zeggen wij

Wij zijn de dochters van de stam Tariq
Wij lopen heupwiegend als patrijzen
Onze haren ingewreven met muskus
Wij ontvangen je met open armen
Op een loper van kussens
Maar als je je van ons afkeert
Verlaten wij jou zonder spijt

Abid Bahri, de andere bezieler van het muziekproject Qayna, is nog steeds actief als udspeler en componist. Op zijn CD Au gré du Oud uit 2008 bracht hij een hommage aan Addi Yahya.

Op 8 maart is het Internationale Vrouwendag.

 

Plaats een reactie

Note: HTML is allowed. Your email address will never be published.

Abonneer op reacties