Spring naar inhoud

15 augustus 2011

M van Maeterlinck

Door De documentalist

In Gent is een route te volgen die leidt langs de historische gebouwen die een rol hebben gespeeld in het leven van de toneelauteur en dichter Maurice Maeterlinck, die in 1911 de Nobelprijs voor literatuur kreeg. Tot op vandaag was hij de enige Belg die deze belangrijke onderscheiding in ontvangst mocht nemen en niet zonder enig chauvinisme wordt met het project Maeterlinck 100 Gent 2011 deze literaire verjaardag in herinnering gebracht.

De route is gebaseerd op de autobiografie Bulles bleues, waarin Maeterlinck een jaar voor zijn dood in 1949, jeugdherinneringen ophaalde aan zijn geboortestad Gent. Zo had Maurice Maeterlinck een grote bewondering voor de laatgotische Sint-Baafskathedraal waar het Lam Gods van Jan en Hubert van Eyck wordt bewaard. Een kopie van dit mystieke retabel hing zelfs boven zijn bed in zijn kasteel van Médan in Frankrijk.

Georgette Leblanc en Maurice Maeterlinck.

Maurice Maeterlinck behoorde tot de Gentse bourgeoisie die uitsluitend Frans sprak en kwam in 1889 in Parijs terecht waar hij lovende kritiek kreeg op zijn eerste toneelstukken. Met Pelléas et Mélisande vestigde hij definitief zijn faam en werd dit toneelstuk in 1902 door Claude Debussy tot een opera omgevormd, hoewel Maeterlinck geen enkele interesse in muziek toonde en zelfs in slaap viel toen Debussy iets voorspeelde. Wel had Maeterlinck bij Debussy aangedrongen om de hoofdrol door zijn toenmalige muze en partner te laten vertolken, de sopraan Georgette Leblanc.

Maeterlinck geldt als de belangrijkste literaire vertegenwoordiger van het symbolisme, dat vooral tot uiting komt in het noodlot dat Pelléas en Mélisande treft, wanneer beiden een onmogelijke liefdesverhouding aangaan. Mélisande is een ongelooflijke zeurkous die ook nog haar trouwring verliest in de vijver waar zij een afspraak heeft met Pelléas. Hij is de broer van Golaud, met wie zij pas is getrouwd. Deze driehoeksverhouding voorspelt weinig goeds en het duurt dan ook niet lang tot de jaloerse Golaud zijn broer neersteekt.

Pelléas en Mélisande.

In januari 2000 maakte Wim Laman voor het VPRO-programma Urubicha een portret van deze “Nieuwe Shakespeare”, zoals Maeterlinck aan het eind van de 19e eeuw werd genoemd. Hoewel er na de uitreiking van de Nobelprijs niet veel bijzonders meer verscheen van deze auteur, die de rest van zijn leven doorbracht in immense kastelen, zoals het paleis Orlamonde in Nice.

Luister hier naar Urubicha van 20 januari 2000 over Maurice Maeterlinck, gepresenteerd door Marianne Lange.

Maurice Maeterlinck, die geobsedeerd was door wapens (hij schoot eens een kat dood in Parijs, toen die teveel miauwde), kroop bij valavond met een machinegeweer in Orlamonde op een troon in een van de lege zalen van het kasteel. Toen de duisternis helemaal was ingevallen ging hij naar buiten met zijn grote honden en begon te schieten op hun schaduwen.

Tot 2008 was Orlamonde (let op de woordspeling in het Frans, buiten-de-wereld) een luxehotel, nadat het kasteel in 1987 van verval was gered door een Franse zakenman. Voor hij samen met zijn vrouw Renée Dahon in Nice het paleis Orlamonde kocht, verbleef Maeterlinck nog in een ander kasteel in de buurt van Parijs, het Château de Médan waar hij o.m. L’Oiseau Bleu liet opvoeren.

Met L’Oiseau Bleu verwierf Maeterlinck in 1908 nogmaals internationaal succes en in tegenstelling met het uitzichtloze bestaan van Pelléas en Mélisande, schijnt de zon al wat vaker in dit sprookje over Tyltyl en Mytyl. Beiden zijn kinderen van een houthakker die de blauwe vogel van het geluk willen opsporen. Die vogel kan hen naar het Land van de Toekomst brengen, waar kinderen leven die nog niet zijn geboren. De Blauwe Vogel werd meermaals verfilmd en in 2011 oogstte de Vlaamse regisseur Gust Van den Berghe in Cannes succes met zijn Blue Bird.

Meer over L’Oiseau Bleu op de pagina van De Blauwe Vogel.

Een goed overzicht van het leven en werk van Maurice Maeterlinck is te vinden in de Bloemlezing uit de Poëzie van Maurice Maeterlinck die werd samengesteld door Stefaan van den Bremt. Naast een uitgebreide biografie, zijn er ook de vertalingen te lezen van Maeterlinck’s dichtbundels. Serres Chaudes (Broeikassen) uit 1889, is een zoektocht naar de “afgrond van de ziel”, waarin zich een hogere werkelijkheid openbaart. Met dit poëziedebuut liep hij vooruit op de ontdekkingen van Freud en opende hij de weg naar het surrealisme. Ook de latere Quinze Chansons (1900) zijn doordrongen van de symboliek “die betrekking heeft op de blik en de moeizame pogingen om een glimp op te vangen van een waarheid die aan het leven ten grondslag ligt maar zich aan het oog onttrekt”.

Ze hebben drie kleine meisjes gedood
Om te zien wat in hun hart stak.

Het eerste stak vol geluk,
En overal waar het bloedend brak
Sisten drie slangen drie jaar lang.

Het tweede zat vol zachtheid,
En overal waar het bloedend brak
Graasden drie lammeren drie jaar lang.

Het derde stak vol ongeluk,
En overal waar het bloedend brak
Waakten drie aartsengelen drie jaar lang.

(Uit Quinze Chansons)

Inmiddels is ook een nieuwe (Franstalige) webstek te raadplegen over het werk van Maurice Maeterlinck, met veel illustraties en ook videofragmenten. Nog in volle opbouw, maar zeker de moeite waard.

In afwachting van meer evenementen die tot in 2012 zullen plaats vinden rond 100 jaar Maeterlinck, was er deze zomer een tentoonstelling over Maurice Maeterlinck in het Provinciaal Museum Emile Verhaeren in Sint-Amands-aan-de-Schelde. Emile Verhaeren was een Franstalige Vlaamse dichter en tijdgenoot van Maeterlinck die ook kandidaat was voor de Nobelprijs Literatuur en die in 1916 verongelukte, door in Rouen op een rijdende trein te springen.

De hemel kleurt blauw boven Gent.

Plaats een reactie

Note: HTML is allowed. Your email address will never be published.

Abonneer op reacties